dinsdag 24 mei 2011

Familieweekend Familie Witloks, 16/17 april 2011

Opdrachtgever: Michael Witlox
Opdracht en rol: Het mee organiseren van een familieweekend voor de familie Witlox, op 16 en 17 april 2011.

Verloop opdracht: Michael Witlox is een bekende van mijn zus. Ik hoorde via haar dat hij een familieweekend moest organiseren voor ongeveer 60 familieleden. Vervolgens heb ik hem benaderd of ik hem kon bijstaan in verschillende processen zodat ik hiermee verschillende competenties zou kunnen behalen.


De ontwikkelde competenties:
In de voorbereiding.


1: Probleemanalyse (niveau 2)
2: Oordeelsvorming (niveau 2)
3: Verbeeldingskracht (niveau 2)
4: Innovativiteit (niveau 2)



Competentie: Probleemanalyse


(S)ituatie: Voor de competentie probleemanalyse kwam ik al snel een geschikte situatie tegen. De verschillen in leeftijd zijn erg groot binnen deze familie. Al jaren duurt het familieweekend drie dagen en wordt er overnacht in een slaapboerderij. De (vele) jongeren in deze familie zien dit graag zo voortgaan, de ouderen daarin tegen slapen liever thuis en willen graag een nieuwe opzet.(T)aken: Ik heb dit probleem geformuleerd en ben aan verschillende oplossingen gaan denken. Met als belangrijkste vraag: Hoe creëer je een programma van twee dagen dat voor alle leeftijden geschikt is? Mijn taak was het hierop een antwoord te vinden.
(A)ctie: Ik ben in de familie rond gaan vragen hoe zij erover dachten en ik heb op internet gezocht naar verschillende dagjes uit. Hieruit heb ik mijn conclusies getrokken.
(R)esultaat: Ik heb de voor- en nadelen bij elkaar gezet en vanuit hier ben ik gaan werken aan een oplossing voor dit probleem. Ik kwam tot een oplossing die bij iedereen goed is bevallen.
(T)erugblik: Ik heb gemerkt bij deze opdracht en bij projecten op school dat je bij een probleem eerst duidelijk moet formuleren wat dat probleem nu is. Daarna is het belangrijk dat je een onderzoek doet met bronnen waar je echt wat aan hebt. Dan kun je de voor- en nadelen tegen elkaar afwegen en een goede conclusie trekken. Deze manier van werken is mij goed bevallen, het is eenvoudig en duidelijk. En in dit geval heeft het goed gewerkt.

Competentie: Oordeelsvorming


(S)ituatie: De familie heeft jaarlijks een evaluatie, ik ben aanwezig geweest bij de evaluatie van het vorige jaar. Met de organisatoren van vorig jaar en dit jaar hebben we geëvalueerd.
(T)aken: Ik was voorzitter tijdens deze vergadering en moest ervoor zorgen dat iedereen zijn zegje kon doen en heb genoteerd wat er werd verteld.
(A)ctie: De verschillende uitspraken heb ik opgeschreven en genoteerd. Hier heb ik vervolgens een overzicht van gemaakt en samen met de aanwezigen de voor- en nadelen van de verschillende opties tegenover elkaar gezet. Om zo tot een oordeel te komen voor het aanstaande familieweekend.
(R)esultaat: Het resultaat hiervan was dat we tot een logische oplossing kwamen waarin alle partijen zich konden vinden. Het oordeel was vrij duidelijk, er moest een betere combinatie gevonden worden in wat voor ‘jong en oud’ aantrekkelijk is.
(T)erugblik: Het is belangrijk op meningen te peilen van verschillende partijen en de resultaten hiervan te analyseren voor je een oordeel vormt. De manier van werken die ik hierbij heb gebruikt (voor- en nadelen benoemen per situatie) is mij goed bevallen en zal ik in de toekomst wederom gaan gebruiken.

Competentie: Verbeeldingskracht


(S)ituatie: Het was voor mij vooral belangrijk om te weten te komen wat de ouderen in de familie wilde. Omdat ik zelf jong ben, ben ik me bewuster van wat deze doelgroep wil. Zelf had ik ook al wat ideeën voor de ouderen en wilde deze tijdens wat gesprekken over brengen op deze doelgroep. En ze zo in laten zien naar welk eindresultaat ik wilde werken.
(T)aken: Ik moest dus zowel de mening van de ouderen weten als mijn ideeën en eindplan overbrengen op de ouderen mensen van de familie.
(A)ctie: De actie die ik hiervoor ondernam was gesprekken aangaan met de verschillende familieleden en de verkregen informatie notuleren en analyseren. Ook had ik wat ideeën uitgewerkt die de doelgroep alvast in kon zien.
(R)esultaat: De ouderen waren enthousiast dat ik om hun mening vroeg. Ze hadden zelf veel plannen maar waren ook enthousiast over mijn ideeën en kregen hier een duidelijk beeld van. Ze wisten na de gesprekken waar ik naartoe wilde met mijn plannen.
(T)erugblik: Ik heb ingezien dat het belangrijk is om rechtstreeks te communiceren met je doelgroep als je wat wilt overbrengen. Je kunt zo duidelijk aangeven wat je ideeën zijn en wat het eindresultaat moet zijn. Bij een grotere doelgroep lijkt me dit wel moeilijker te realiseren.

Competentie: Innovativiteit


(S)ituatie: De afgelopen jaren is er bijna altijd aan het zelfde concept vast gehouden tijdens het familieweekend. Vrijdagavond verzamelde men op de slaapboerderij, zaterdag en zondag werden er standaard groepsspelletjes gedaan en daarna ging men naar huis.
(T)aken: Met de informatie die ik verzameld had was het aan mij de taak een nieuw concept te bedenken. Een concept waarbij zowel de jongeren als ouderen in de familie zich in konden vinden.
(A)ctie: Ik kwam met het idee om een familieweekend te houden op zaterdag en zondag. Zaterdag overdag ging men naar de Efteling en deed daar familie gerelateerde spelletjes. In de avond was er een barbecue en spel avond met als thema ‘ik hou van Holland’. Dit gebeuren zou plaatsvinden bij een familielied thuis die hier de ruimte voor had. Op zondag werd er een jeu des boules toernooi gehouden, op aandringen van de ouderen. Het hele weekend had ‘Holland’ als thema. Dit kwam terug in de quizzen/spelletjes en teamnamen.
(R)esultaat: Zowel de jongeren als ouderen waren ontzettend enthousiast. Twee dagen was lang genoeg, niet alleen voor de ouderen maar ook voor de kleine kinderen. Het concept met als thema ‘Holland’ sloeg erg goed aan. De activiteiten waren interessant voor jong en oud.
(T)erugblik: Zelf ben ik erg tevreden over het opgezette concept. De deelnemers hebben van het weekend genoten en hebben nu zelf ontzettend veel ideeën voor het volgende jaar.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten